OUD PAPIER
De STIEHL’S van San van Thiel zijn collages van beeldfragmenten, die met een ruitvormig zoekertje zijn uitgelicht uit de oud papierberg waarin miljoenen foto’s en illustraties dagelijks verdwijnen. Door deze - ooit met liefde gemaakte - beelden opnieuw een plek te geven, onttrekt Van Thiel ze aan de vergetelheid, terwijl ze op hetzelfde moment alweer ten onder lijken te gaan in de eindeloze stroom aan beelden die iedere minuut van de dag ontstaan. STIEHL’S is, behalve een anagram van de naam van de kunstenaar, een afkorting voor Sad, Thrown away Images, Emerging Happily in Limitless Squares. De STIEHL’S zijn een ode aan de verweesde beelden en een pleidooi voor de aandachtige blik.
Het zijn dynamische composities in zwarten, grijzen en witten. Op het eerste gezicht tonen ze vooral massaliteit, ‘veelheid’. De werken zijn opgebouwd uit ontelbare blokjes, omlijnd door zwarte stroken papier. Hoewel deze blokjes een gestructureerde opbouw doen vermoeden, is er geen perspectief, geen pad, geen volgorde, geen boven en onder. Het oog tuimelt in een duizelingwekkende vaart het beeldvlak rond, af en toe hakend aan een ingewikkeld stukje, dan weer glijdend of vallend, dan weer rustend in een open veld, waar de omlijningen weggevallen zijn. De composities hebben geen begrenzing: buiten het beeldvlak gaat de vloedgolf verder.
Zoomt het oog in op de afzonderlijke beelden, dan gebeurt er iets nieuws. Er ontstaan verwondering en verbinding. Er zijn gezichten te zien, handen, voeten, borsten; er zijn planten en dieren, een handschrift, een tekening, een lampenkap, een beeldhouwwerk. Ieder afzonderlijk ruitvormig beeld laat iets te raden over; er is telkens een vermoeden van een verhaal. Willekeurige, louter op kleur samengevoegde beeldfragmenten werken op elkaar in; er opent zich een veld van associaties en connotaties. Het blokjespatroon laat zich vormen tot een stad, het beeldvlak wordt een plek waar mensen wonen, een wereld. De kijker krijgt toegang tot de dynamiek van het leven zelf.
Ongemerkt is er een metafoor ontstaan. De beelden, gered van het oud papier, zijn een stroom aan levensgeschiedenissen gaan vormen. Ze verschijnen en verdwijnen, ze vragen erom gezien te worden. Het is de aandachtige blik die ze, voor even, onttrekt aan de tijd.
Beeldend kunstenaar San van Thiel (1957) heeft een achtergrond als grafisch vormgever en illustrator. Haar autonome werk begeeft zich op het grensvlak tussen hyperrealisme en vervreemding. De STIEHL’S zijn organisch voortgekomen uit schilderijen, waarin papier is verwerkt als scheursel of knipsel met een eigen karakter en textuur en een verhalende of associatieve functie.
De STIEHL’S van San van Thiel zijn collages van beeldfragmenten, die met een ruitvormig zoekertje zijn uitgelicht uit de oud papierberg waarin miljoenen foto’s en illustraties dagelijks verdwijnen. Door deze - ooit met liefde gemaakte - beelden opnieuw een plek te geven, onttrekt Van Thiel ze aan de vergetelheid, terwijl ze op hetzelfde moment alweer ten onder lijken te gaan in de eindeloze stroom aan beelden die iedere minuut van de dag ontstaan. STIEHL’S is, behalve een anagram van de naam van de kunstenaar, een afkorting voor Sad, Thrown away Images, Emerging Happily in Limitless Squares. De STIEHL’S zijn een ode aan de verweesde beelden en een pleidooi voor de aandachtige blik.
Het zijn dynamische composities in zwarten, grijzen en witten. Op het eerste gezicht tonen ze vooral massaliteit, ‘veelheid’. De werken zijn opgebouwd uit ontelbare blokjes, omlijnd door zwarte stroken papier. Hoewel deze blokjes een gestructureerde opbouw doen vermoeden, is er geen perspectief, geen pad, geen volgorde, geen boven en onder. Het oog tuimelt in een duizelingwekkende vaart het beeldvlak rond, af en toe hakend aan een ingewikkeld stukje, dan weer glijdend of vallend, dan weer rustend in een open veld, waar de omlijningen weggevallen zijn. De composities hebben geen begrenzing: buiten het beeldvlak gaat de vloedgolf verder.
Zoomt het oog in op de afzonderlijke beelden, dan gebeurt er iets nieuws. Er ontstaan verwondering en verbinding. Er zijn gezichten te zien, handen, voeten, borsten; er zijn planten en dieren, een handschrift, een tekening, een lampenkap, een beeldhouwwerk. Ieder afzonderlijk ruitvormig beeld laat iets te raden over; er is telkens een vermoeden van een verhaal. Willekeurige, louter op kleur samengevoegde beeldfragmenten werken op elkaar in; er opent zich een veld van associaties en connotaties. Het blokjespatroon laat zich vormen tot een stad, het beeldvlak wordt een plek waar mensen wonen, een wereld. De kijker krijgt toegang tot de dynamiek van het leven zelf.
Ongemerkt is er een metafoor ontstaan. De beelden, gered van het oud papier, zijn een stroom aan levensgeschiedenissen gaan vormen. Ze verschijnen en verdwijnen, ze vragen erom gezien te worden. Het is de aandachtige blik die ze, voor even, onttrekt aan de tijd.
Beeldend kunstenaar San van Thiel (1957) heeft een achtergrond als grafisch vormgever en illustrator. Haar autonome werk begeeft zich op het grensvlak tussen hyperrealisme en vervreemding. De STIEHL’S zijn organisch voortgekomen uit schilderijen, waarin papier is verwerkt als scheursel of knipsel met een eigen karakter en textuur en een verhalende of associatieve functie.